1984: Beheerdersechtpaar vijf jaar bij Roda

1984_ali_en_ab_van_deelen_498x330.jpg
Ab en Ali van Deelen in hun "tweede huis"

 

Beheerdersechtpaar vijf jaar bij Roda’46

“DE KINDEREN ZEGGEN TANTE ALI EN OOM AB TEGEN ONS”

LEUSDEN/WOUDENBERG – Ze staan al ruim vijf jaar in de kantine van voetbalvereniging Roda’46. Ze tappen een biertje, maken een broodje kroket, wassen voetbalshirts en zorgen dat het clubhuis niet vies is. Ab en Ali van Deelen houden van hun werk, ook al maken ze weken van zestig uur, voor een groot deel in de weekenden en ’s avonds. “Een hondebaan? Nee hoor, we vinden het dankbaar en gezellig werk.”

Benieuwd naar hoe een werkweek  voor de Woudenbergers Ab (34) en Ali (36) er uitziet, geven zij een overzicht. “We beginnen op maandagochtend om kwart over acht met het schoonmaken van de kantine. Rond het middaguur terug naar huis. Tegen half zes openen we de kantine weer, omdat er getraind wordt en er vergaderingen worden afgewerkt. Tegen half twaalf sluiten we de tent. Dinsdag zijn we ’s ochtends vrij. Vanaf half een staan we in de kantine vanwege de bejaardensoos die erin wordt gehouden. ’s Avonds zijn we er ook omdat er dan getraind wordt.
Woensdag werken we alleen ’s avonds, maar donderdag staat Ab om kwart over acht in de morgen de kleedruimten schoon te maken. ’s Middags zijn we vrij, maar om half zes gaat de kantine weer open. Vrijdag is normaal gesproken een vrije dag. Het wil echter nog wel eens voorkomen dat er ’s avonds en vergadering is of een evenement, en dan moeten we er zijn, of een van ons beiden.
Zaterdag zijn we om negen uur present, omdat de pupillen meestal vroeg spelen of vroeg moeten vertrekken. We werken dan op volle kracht tot een uur of acht ’s avonds. Tussendoor kun je niet weg, daar is gewoon geen tijd voor op een wedstrijddag. Zondag van hetzelfde laken een pak, alleen beginnen we dan pas om tien uur, omdat er geen jeugdvoetbal is. We houden iets eerder op, zo om zeven uur. Nog even wat opruimen en dan zijn we net op tijd thuis om de lottoballetjes te zien op tv.”

Geen hondebaan dus voor Ab en Ali die in september 1979 door Roda werden aangenomen als beheerdersechtpaar voor het clubhuis. Ab, die voorheen in de horeca, bij de Remia-fabriek en bij een hoveniersbedrijf heeft gewerkt, zegt: “Het is echt gezellig werk. Je leert iedereen van de vereniging zo’n beetje kennen. Het enige niet leuke aan het werk is het opruimen van de kantine op zaterdag. Je hebt het hartstikke druk gehad en dan moet alles schoongemaakt worden, omdat de kantine ’s zondags ook open is. Dat valt wel eens tegen.”

Maar de leuke dingen overheersen. De grappen en grollen aan de bar en het gevoel dat ze bij de vereniging horen. “Ja, we hebben echt een band met de Roda-mensen. De kinderen bijvoorbeeld zeggen ook tante Ali en oom Ab tegen ons”, aldus het beheerdersechtpaar dat een vast salaris geniet en niet afhankelijk is van de omzet in de kantine. Die omzet wordt niet alleen gemaakt door de leden van de voetbalvereniging, maar ook door de bezoekers van evenementen in het Roda-clubhuis. De horeca vindt het maar niks, maar toch worden er wel eens vergaderingen of feestavonden van andere clubs in de kantine gehouden. Ab en Ali vinden dat niet erg, zolang er geen bruiloften en partijen in het clubhuis worden gevierd. “In de eerste plaats is het goed voor Roda dat andere verenigingen gebruik maken van de kantine. In de tweede plaats moet je zo redeneren: sommige verenigingen hebben geen eigen ruimte en kloppen bij Roda aan omdat een zaaltje huren elders veel te duur is”, menen Ab en Ali.

Bier

Een groot deel van de riante omzet in de Roda-kantine wordt gevormd door de bierverkoop. Ab en Ali weten dat tijdens de drukke weken zo’n twaalf vaten van vijftig liter terug gaan naar de brouwerij. “Ik heb de indruk”, zegt Ali, “dat voetballers veel meer bier drinken dan andere sportmensen. Vraag me niet hoe het komt”. Behalve pils zijn ook de broodjes kroket en hamburger bijzonder in trek. “Ik geloof dat we per week wel zo’n broodje of 400 tot 500 verkopen”, schat Ali. Na bier zijn trouwens cola, spa groen en ranja (voor de jeugd) de meest verkochte dranken. Over Ranja zegt Ali het volgende: “Zo’n glas limonade verkopen we voor een kwartje. Een kind heeft geen 1,25 gulden  op zak voor een cola of spa. Laatst zei iemand van een andere vereniging tegen ons, dat heel leuk te vinden dat kinderen ranja kunnen bestellen”.

Tweede huis

Ab en Ali (“dit werk is alleen samen te doen omdat we geen kinderen hebben”) beschouwen de kantine van Roda in feite als een tweede huis. Vroeger beschikte het echtpaar zelfs over een huiskamer achter het clubgebouw. “Maar dat is opgeruimd, omdat we vrijwel geen tijd hebben om er gebruik van te maken”. Wanneer Ab en/of Ali ’s avonds in de kantine staan en het is niet zo druk, dan blijven ze gezellig in het clubhuis voor een praatje, of kijken naar de aanwezige televisie. Niet alleen door het groot aantal uren dat het paar uit Woudenberg doorbrengt in de Roda-kantine maakt dit gebouw tot een tweede huis voor hen, ook het feit dat Ab en Ali betrokken waren bij de inrichting van de kantine speelt hierin een rol. Ali: “Er komen bijvoorbeeld nu nieuwe gorijnen. De clubhuiscommissie heeft mij gevraagd nieuwe uit te zoeken. Dat vind ik heel leuk.”

Het voetbalseizoen is in volle gang, dus werk genoeg voor de familie Van Deelen. Maar wat te doen als de zomer intreedt en de Roda-leden het balspel even voor gezien houden? “:Als het seizoen voorbij is gaan we heerlijk vijf weken naar Mallorca. Daar verlang je dan echt naar. De eerste week doen we dan ook niets anders dan slapen’, aldus Ab en Ali.

 

LEUSDER KRANT - 13 december 1984