Voetbalhuiswerk bij Roda ’46, deel 6


Beste collega’s,

En weer gaan we de keuzemogelijkheden vergroten deze week. Het begrip ‘omschakelen’ én een nieuwe beweging komen aan bod bij een nieuwe serie. Daarnaast nemen we de handelingssnelheid nog eens onder de loep. Maar eerst het juiste antwoord bij de quizvraag van vorige week:

Antwoord B is het juiste antwoord!
Er zijn dus vier mogelijkheden:
Afellay, AST, SI, SII, Messi
Afellay, SII, SI, AST, Messi
Afellay, AST, Messi, SII, SI en
Afellay, SII, Messi, AST, SI

De truc is namelijk dat je 3 keer schuin naar rechts en 2x schuin naar links gaat. Bij een start met de Afellay links is dat natuurlijk: 3x links en 2x rechts. Hopelijk is ‘werken ’met de dubbele ruit jullie een beetje bevallen, want ik ga nu nog een nieuwe mogelijkheid met jullie doornemen. Daarvoor moeten jullie even omschakelen.

Omschakelen: in plaats van dat je alleen maar naar voren ‘denkt’ (zoals bij de situaties die we tot nu toe besproken hebben) kan je ook eerst vanuit een verdedigende situatie komen. Stel: bij een aanval van de tegenpartij valt de bal ergens tussen jou, een tegenstander en jouw keeper. Die keeper vertrouwt op jou, dus jij zal de aanval onschadelijk moeten zien te maken. Je bent net iets eerder bij de bal dan je tegenstander, die aan jouw ‘binnenkant’ zit, en jij hebt een ingeving: de Cruijffdraai! Daar heeft jouw tegenstander niet van terug en jij kan, vanuit een verdedigende situatie, weer gaan opbouwen. Kortom: bij de oefening die je in het filmpje kan zien is er een start van het eerste hoedje áf.

Tijd voor een nieuwe beweging, want de Afellay kennen we nu wel zo’n beetje. Waar je bij de Afellay uit de serie Duijnstee I nog maar één tegenstander moest uitspelen, zijn het er bij de nieuwe situatie twee. Zij lopen elkaar eigenlijk een beetje in de weg en jij kan de bal ‘uit de drukte halen’ zoals dat ook wel genoemd wordt. Een ideale beweging om hiermee succesvol te zijn is: de Zidane.

De meesten van jullie kennen ‘m al, maar vaak zie ik dat de bal zomaar weggeslingerd wordt met deze beweging.
Het is natuurlijk wel handig als je na de Zidane nog wat kan met de bal. Een mooie Zidane maken en vervolgens de bal kwijtraken zal door je medespelers niet zo heel erg gewaardeerd worden.
We doen dan ook eerst even een oefening waarbij jij kan bepalen waar de bal terechtkomt. Vanuit het ‘dansen’ op de bal op de plaats (om en om met rechts en links de bal aantikken) nemen we nu met de grote tenen en met ‘rechte voeten’ de bal achterwaarts in een drafje mee. Probeer het zwabberen te voorkomen en trek de bal in een rechte lijn mee naar achteren. Als dit lekker loopt dribbel je schuin naar voren (zoals bij de Afellay) en maak je op het laatste moment een bochtje om de bal. Nu maak je de twee achterwaartse rolletjes en begin daarbij met je dribbelbeen. Wanneer je ook met je ‘meeneem’- been een rechte voet gebruikt weet je precies waar de bal terechtkomt.

Kijk goed hoe mooi Erik de bal meeneemt en ‘m direct weer controleert bij serie Duijnstee II:
 


Voor de gevorderden onder jullie nog even het volgende: natuurlijk weet ik dat er verschillende soorten Zidanes op de velden te zien zijn en ga dan ook vooral experimenteren met deze beweging. Zorg er in ieder geval wel voor dat je zelf de bal weer controleert na jouw Zidane óf dat die direct bij een medespeler terechtkomt. Neem deze ‘nette’ Zidane als uitgangspunt en maak ‘m niet als het trucje-om-het-trucje…

Handelingssnelheid: bij de serie van voetbalhuiswerk deel 4, heb ik al besproken hoe je het uitvoeren ervan nog moeilijker kan maken voor jezelf. In het voorbeeld van deze week kan je nu zien hoe je dat doet. Ga wel eerst oefenen in de dubbele ruit (of weer heen en terug in de enkele ruit): daarmee kan je de bewegingen eerst inslijpen.

Graag zie ik jullie weer zo snel mogelijk in levenden lijve. Veel plezier, succes en tot volgende week!

Fred Duijnstee