Mano Bakkenes, smaakmaker bij RODA


Algemeen Dagblad, Peter Pos 13-10-22, 12:00

Mano Bakkenes, smaakmaker als rechtsbuiten bij Roda’46: ‘Maar als linksback ben ik op mijn best’

Met zijn dribbels en creatieve acties is Mano Bakkenes al een paar jaar de smaakmaker bij Roda’46. Maar de aanvaller van eersteklasser Roda’46 vindt dat hij als linksback het beste rendeert. ,,Misschien ben ik dribbelend nog wel sneller dan als ik zonder bal loop.’’

Mano Bakkenes, smaakmaker als rechtsbuiten bij Roda’46: ‘Maar als linksback ben ik op mijn best’ | Regiosport Amersfoort | AD.nl

Het interview is eigenlijk al afgelopen als Mano Bakkenes ineens met een ontboezeming komt. "Ik kan goed uit de voeten als rechtsbuiten en voetbal met plezier op die positie. Maar eigenlijk ben ik een linksback. Op die plek heb ik de meeste wedstrijden gespeeld en ben ik denk ik nog steeds op mijn best.”

Dat is een opvallende uitspraak, want Bakkenes is al een paar jaar een echte smaakmaker die het publiek vermaakt met zijn dribbels en acties. ,,Ik ben niet heel snel, maar als ik de bal aan mijn voeten heb en een man voorbij ga kan ik vaak nog versnellen. Misschien ben ik dribbelend nog wel sneller dan als ik zonder bal loop.”

‘Probeer het eens’

Het zijn de kwaliteiten die precies passen bij een creatieve rechtsbuiten. "Om die reden heeft mijn toenmalige trainer bij De Bilt me een paar jaar geleden ook op die plek neergezet. ‘Probeer het eens’, zij hij tegen me. Voor het team wilde ik het wel doen.”

Die zet pakte goed uit, want Bakkenes speelde zich al snel in de kijker en koos uiteindelijk voor Roda’46 dat graag de stap naar de vierde divisie zet. Naar dat niveau wil de 25-jarige Zeistenaar ook, het liefst nog een stapje hoger.

 

We staan er nu best goed voor, maar een droomstart wil ik het niet noemen

Mano Bakkenes

 

"De ambitie op divisieniveau te spelen heb ik wel’’, beaamt Bakkenes. ,,Of dat nu als rechtsbuiten of linksback is maakt me niets uit. Als linksback brak ik ooit door bij Saestum. Het is een positie waar je lekker vaak de bal krijgt. Als ik heel eerlijk ben, dan is dat nog steeds mijn favoriete positie.”

Uitstekend begonnen

Roda’46 begon het seizoen uitstekend. De Leusdenaren wonnen drie keer in de beker en twee keer in de competitie. Alleen de uitbeurt tegen Olympia leverde een doelpuntloos gelijkspel op. ,,We staan er nu best goed voor, maar een droomstart wil ik het niet noemen’’, trapt de geboren Utrechter meteen op de rem. ,,Vorig jaar begonnen we het seizoen ook goed met twee overwinningen.”

,,Daarna was het erg wisselvallig. Dat kwam vooral, doordat we toen veel nieuwe spelers in moesten passen. We waren daardoor niet volwassen genoeg. Nu zijn we een jaar verder en meer aan elkaar gewend. Ik denk dat de groep in een jaar tijd flink gegroeid is.”

Bij Roda moest ik mezelf weer bewijzen in een onbekende groep. Bij De Bilt voetbalde ik met allemaal vrienden

Mano Bakkenes

 

Ook al werd Roda’46 ‘slechts’ vijfde, toch is Bakkenes blij dat hij de overstap maakte. ,,Het was de tweede keer dat ze me vroegen. Toen ik voor het eerst werd benaderd had ik met De Bilt net een minder seizoen achter de rug dat bovendien door corona afgebroken werd. John Vink werd de nieuwe trainer en overtuigde me om te blijven.”

‘Soms te gezellig’

,,Een jaar later ging ik wel en dat was een goede stap. Bij Roda moest ik mezelf weer bewijzen in een onbekende groep. Bij De Bilt voetbalde ik met allemaal vrienden. Dat was heel gezellig, soms zelfs wat te gezellig.”

Zaterdag staan FC De Bilt en Roda’46 tegenover elkaar. Dat levert voor Bakkenes een dilemma op. ,,Ik gun De Bilt ook de drie punten, maar toch wil ik zelf winnen. De jongens van De Bilt vroegen me al of ik na afloop blijf hangen. Als je zelf wint, is dat natuurlijk een stuk leuker.”

Vorig seizoen won Roda’46 één keer en werd het één keer gelijk. Bakkenes worstelde er toen nog een beetje mee of hij het wel of niet kon maken om te juichen bij een doelpunt. Daar heeft hij nu geen enkele twijfel meer over. ,,Ik zit goed in mijn vel en scoor ook regelmatig. Het wordt tijd dat ik een goaltje meepik tegen mijn oude club. Hoe ik dan ga juichen weet ik nog niet, waarschijnlijk ben ik dan de blijste man van de wereld.”